“Geen weg terug: de energietransitie vraagt om volharding en visie”

De energietransitie is op stoom. Zonne- en windenergie zijn stevig ingebed in het Europese energielandschap. Juist nu de omslag zichtbaar wordt, groeit de tegenwind. Vanuit de Verenigde Staten, maar ook in Europa, waar netcongestie en prijsschommelingen voor twijfel zorgen. Sonja de Ruiter, hoofd fondsmanagement bij Triodos Investment Management, ziet in deze spanningen geen breek-, maar een keerpunt.
Volgens De Ruiter is het zaak om te blijven investeren in de energietransitie. Institutionele beleggers zoals pensioenfondsen ondersteunen daarmee niet alleen (hun eigen) klimaatdoelen, maar dragen ook bij aan recentere brede maatschappelijke wensen, zoals Europese energieonafhankelijkheid en het betaalbaar houden van energie voor consumenten en bedrijven. Zeven vragen aan De Ruiter over de kansen en uitdagingen van deze nieuwe fase in de energietransitie:
De energietransitie krijgt tegenwind. In hoeverre is dit nog een aantrekkelijk beleggingsthema?
De energietransitie is geen ontwikkeling die nog moet beginnen, maar is in volle gang. Een weg terug is er niet. Nog steeds zit er veel institutioneel geld in de fossiele industrie, maar we weten allemaal dat die het uiteindelijk niet gaat redden. Uiteindelijk wil je niet met stranded assets in je portefeuille blijven zitten. Meer investeren in duurzame energie — in opwekking, maar ook in batterijopslag — is een logische diversificatie in portefeuilles. De sector biedt volop impact en rendementspotentieel.
Hoe gaat u om met de onzekerheid in de VS, in de politiek, maar ook op de financiële markten?
Onze private debt en equity fondsen investeren vooral in Europa, slechts beperkt in de VS. Triodos Energy Transition Europe Fund zich op Europese duurzame energieprojecten, via aandelenkapitaal of leningen in euro’s. Deze investeringen in de reële economie zijn minder kwetsbaar voor geopolitieke spanningen en valutarisico’s. De importheffingen raken vooral internationaal opererende bedrijven, die buiten onze focus vallen. Rentebewegingen en inflatie hebben natuurlijk invloed, maar beursvolatiliteit speelt bij onze private beleggingen een veel kleinere rol. Dat leidt tot een goed voorspelbare waardeontwikkeling die aansluit bij de langetermijnhorizon van institutionele beleggers.
Netcongestie wordt vaak genoemd als een probleem. Hoe kunnen investeerders hier een positieve rol spelen?
Netcongestie wordt vaak negatief geframed, alsof het een teken is dat de energietransitie vastloopt. In werkelijkheid is het juist een bewijs van succes: we wekken in Nederland inmiddels zoveel duurzame energie op dat het energienet het aanbod niet altijd aankan. Dat hadden we kunnen zien aankomen. De oplossing ligt niet in een terugkeer naar fossiele energie, maar in verdere opschaling van de infrastructuur: in batterijen, slimme netwerken, warmtenetwerken en achter-de-meter-oplossingen. Dit zijn projecten die enorme investeringskansen bieden: impact én stabiele kasstromen.
Technologische ontwikkeling speelt een belangrijke rol in de energietransitie. Hoe voorkom je dat je het schip ingaat met een nieuwe, onbewezen technologie?
Met onze duurzame energiestrategie investeren we alleen in bewezen technologieën die voorbij de pilotfase zijn en die op grote schaal toepasbaar en financierbaar zijn. Denk aan zonnepanelen, windturbines en batterijopslag. Daar zie je gewoon aantrekkelijke, betrouwbare verdienmodellen die steeds kostenefficiënter worden. Zeker als je aan de kant van private debt belegt, kunnen ze consistente inkomensstromen opleveren. Ook bij batterijsystemen zie je vaste contracten met bijvoorbeeld een energiemaatschappij die een vaste prijs betaalt om ze te kunnen gebruiken om het net te balanceren.
Interessant is dat het echte innovatiepunt vaak niet meer de technologie zelf is, maar het businessmodel: hoe haal je een stabiele omzet uit technologie in een markt die steeds verandert? Onze diepgaande kennis over de energiemarkt, risicoanalyse en impactmeting komt daarbij goed van pas. We hebben vaak directe toegang tot projecten in vroege stadia.
U zet vooral in op meer lokale netwerken?
De energietransitie betekent decentralisatie: meer lokale productie van energie en minder afhankelijkheid van enkele grote aanbieders. Dat is inherent aan het elektrificeren van het systeem. Je wilt het energienet niet steeds zwaarder belasten, maar kiest voor lokale opwekking of opslag dicht bij de gebruiker, bijvoorbeeld op bedrijfsterreinen of in samenwerking met energiecoöperaties van burgers die in een wijk met elkaar de energievoorziening regelen. Daarmee verlaag je geopolitieke risico’s, en versterk je bovendien de economische weerbaarheid van regio’s. Energie moet goed toegankelijk blijven voor consumenten en bedrijven.
Bij de energietransitie valt steeds vaker de term energieonafhankelijkheid?
Dat klopt. Energieonafhankelijkheid is de afgelopen jaren een centraal thema geworden. Sinds de stijging van de energieprijzen na de Russische invasie in Oekraïne is de kwetsbaarheid van Europa pijnlijk zichtbaar geworden. Waar de energietransitie aanvankelijk vooral werd gedreven door klimaatdoelen, draait het nu ook om geopolitieke stabiliteit en prijsbeheersing.
Investeren in de energietransitie, waarom nu?
Dit is niet het moment om stil te vallen of terug te keren naar oude structuren. Juist nu is het noodzakelijk, én rendabel, om te investeren in oplossingen die de transitie versnellen. De energietransitie raakt bovendien steeds meer thema’s tegelijk: het gaat niet langer alleen om CO₂-reductie, maar ook om energieonafhankelijkheid, prijsstabiliteit en het behoud van economische concurrentiekracht in Europa. Dat zijn urgente en belangrijke maatschappelijke waarden.
