Opkomende export-kampioenen in Azië
Aziatische landen zoals Vietnam en Indonesië dagen China uit als ‘s werelds grootste exporteur. Baillie Gifford’s portfolio manager Ben Durrant bezocht de regio en licht een aantal kansen toe die hij op zijn reis ontdekte.
Risicokapitaal
Al bijna 40 jaar is er nog geen enkel land in de buurt gekomen van China als goedkope exporteur. Maar recente geopolitieke spanningen en een te grote afhankelijkheid van één toeleveringsketen hebben mogelijkheden gecreëerd voor opkomende landen in Zuidoost-Azië, zoals Vietnam, Indonesië en Thailand. Toen de Deense speelgoedfabrikant Lego bijvoorbeeld besloot om zijn CO2-neutrale fabriek ter waarde van $ 1 miljard in 2022 te bouwen, koos het Vietnam als locatie en niet China.
Betekent dit dat China niet langer de productielocatie van de wereld is?
China is nog steeds ‘s werelds grootste exporteur en zal dit waarschijnlijk in de nabije toekomst ook blijven. Maar als een belegger die op zoek is naar meer exportgroei, verwacht ik dat de groei ergens anders vandaan zal komen. We hoeven niet ver te kijken – het is logisch om de productie in Azië te houden, met de bestaande scheepvaartlijnen over de Stille Oceaan.
Het is cruciaal voor deze landen om te begrijpen hoe China een exportmacht is geworden als ze dat succes willen evenaren. China had drie belangrijke ingrediënten. Het eerste was hervorming van de landbouwgrond, wat boeren aanmoedigde om hard te werken en te investeren in hun land en de productie te verhogen. Het tweede was om een exportgerichte productiefilosofie uit te bouwen die arbeidsintensief is en goederen produceert die andere landen willen kopen. En de derde was om hulpmiddelen en beleggingen te focussen op de sectoren die waarde toevoegen.
Het hielp om goedkope maar goede arbeidskrachten en schaalgrootte te hebben – alleen al de omvang van China en zijn bevolking betekende dat als de sneeuwbal eenmaal begon te rollen, het een lange weg aflegde.
De kosten van Chinese arbeid zijn in de afgelopen tien jaar gestegen. Dit heeft ertoe geleid dat Bangladesh en Vietnam nu goedkopere plekken zijn om mensen in dienst te hebben. Voor sommige Chinese bedrijven was dit een reden om ondertussen hun fabrieken naar buiten China te verplaatsen. De wereldwijde pandemie heeft ook zwakke punten in toeleveringsketens blootgelegd, namelijk de afhankelijkheid van één land.
In heel Zuidoost-Azië is er een overvloed aan goedkope arbeidskrachten en regeringen met een sterke politieke controle, die de juiste omgeving, hervormingen en het juiste beleid kan doorvoeren om de productie voor de export te laten bloeien.
Er zijn enorme mogelijkheden voor beleggers in deze regio, maar kritisch zijn en begrijpen waar de groei vandaan komt, is de grote uitdaging. Het helpt om tijd door te brengen in elk land, om te ervaren hoe levendig de economie is en om bedrijven te vinden die de beste vooruitzichten hebben.
Vietnam
Vanuit een geopolitiek perspectief is Vietnam een allemansvriend. Arbeid is hier de helft goedkoper dan in China, terwijl de levensverwachting en het onderwijs goed zijn. Het wordt in dit geval gezien als het Zwitserland van Azië.
We zien dat Chinese, Koreaanse en Amerikaanse bedrijven investeren in Vietnamese fabrieken. Samsung Electronics is zelfs bezig met het bouwen van een specifieke zeehaven. De export is de afgelopen 14 jaar vernegenvoudigd en ontwikkelaars van industrieparken melden allemaal dat er veel belangstelling is van bedrijven om faciliteiten op te zetten.
Vietnam is ook de thuisbasis van bedrijven als Vinh Hoan, ‘s werelds grootste exporteur van diepgevroren meerval-filets – bij consumenten bekend as Pangasius en door restaurants en maaltijdbezorgers gebruikt in plaats van kabeljauw als goedkope, gezonde bron van proteïne. Het is een uitstekend bedrijf in een moeilijke sector, met goede kwaliteit tegen lage kosten en duurzame activiteiten die worden verwelkomd door de toezichthouders op voedselnormen.
Indonesië
Indonesië kent een heel ander groeiverhaal. Het land is gezegend met een overvloed aan grondstoffen. Op land is er rubber, rijst en kokosnoten. Onder de grond zit veel bauxiet, koper en nikkel.
In het verleden werden metalen in Indonesië gewonnen en vervolgens geëxporteerd – wat de enorme bevolking maar weinig voordeel opleverde. President Jokowi heeft echter geholpen bij het opzetten van nieuwe verwerkingsfaciliteiten, vooral voor nikkel. Het beleid is om nikkel te winnen, te raffineren en vervolgens aan de wereld te verkopen.
Nikkel is één van de nuttigste metalen ter wereld en wordt gebruikt voor staal, legeringen, draden, munten, pijpen, spijkers en – wat cruciaal is – elektrische batterijen. Indonesië probeert deze intensieve gebruikers van nikkel te verleiden om zich in het land te vestigen. Hyundai heeft een autofabriek gebouwd in Indonesië om elektrische voertuigen te produceren in de buurt van de nikkelvoorraden. Industrieparken ter grootte van steden zijn ontwikkeld op sommige van de oostelijke eilanden, tegen zeer gunstige belastingvoorwaarden.
Indonesië heeft de potentie om te profiteren van de opkomst van hernieuwbare energie en de elektrificatie van transport door duurzame productieclusters op te zetten. Als ze hierin slagen, zullen honderden miljoenen mensen profiteren van deze werkgelegenheid en de versterking van de economie.
Thailand
De meest winstgevende sector in Thailand is het toerisme van wereldklasse – met dank aan zijn witte zandstranden – waardoor het een diensten-economie is. Beleggers kunnen daar dus banken en de retailsector overwegen, die profiteren als de bredere economie het goed doet.
Toegang tot financiële diensten is aan het verbeteren in heel Thailand. Hoewel creditcards gebruikelijk zijn voor de inwoners van Bangkok, is er op het armere platteland een onvervulde vraag om te lenen – om onderwijs of landbouw te financieren of simpelweg voor een dak boven het hoofd.
Muangthai Capital, een kredietverstrekker op het platteland, trok mijn aandacht. Lenen is een lastige zaak: Het is een grotere uitdaging om kapitaal te verstrekken aan degenen die het echt nodig hebben. Beleggers moeten de mentaliteit van het bedrijf begrijpen om een kredietverstrekker te vinden die zowel winstgevend is als nuttig voor de maatschappij op lange termijn.
Kampioenen
Hoewel China de dominante exporteur is geweest in de afgelopen decennia, zouden beleggers rekening moeten houden met de groeimogelijkheden in heel Zuidoost-Azië. De economieën daar zijn sterk, de inflatie is niet abnormaal hoog, de rentetarieven zijn stabiel en de bedrijfsbalansen gezond. Deze landen profiteren als nieuwe exportkampioenen, de overgang naar schone energie, of het vergroten van hun productiepotentieel.
Ben Durrant is een portfolio manager in het Emerging Markets Equity team bij Baillie Gifford. Hij begon in 2017 bij Baillie Gifford ons en heeft ook tijd doorgebracht in de Global Discovery en Private Companies teams. Ben is een accountant en een CFA Charterholder. Hij studeerde in 2012 af met een BSc in Wiskunde aan de Universiteit van Edinburgh.
Belangrijke informatie
Vermeld de volgende bewoording – Dit artikel vormt geen onafhankelijk onderzoek en valt niet onder de bescherming van onafhankelijk onderzoek. Baillie Gifford en haar medewerkers hebben mogelijk gehandeld in de betreffende beleggingen. De geuite meningen zijn geen feitelijke verklaringen en mogen niet worden beschouwd als advies of een aanbeveling om een bepaalde belegging te kopen, verkopen of aan te houden.
Baillie Gifford Investment Management (Europe) Limited (BGE) levert beleggingsbeheer- en adviesdiensten aan Europese (exclusief Britse) cliënten. Het werd in mei 2018 in Ierland opgericht. BGE is door de Centrale Bank van Ierland erkend als een AIFM onder de AIFM-verordeningen en als een icbe-beheermaatschappij in het kader van de icbe-verordening. BGE is ook bevoegd om, in overeenstemming met voorschrift 7 van de AIFM-verordeningen, portefeuilles van beleggingen te beheren, waaronder Individual Portfolio Management (‘IPM’) en nevendiensten. BGE is aangewezen als icbe-beheermaatschappij aan het volgende overkoepelende icbe-bedrijf; Baillie Gifford Worldwide Funds plc. Via paspoortprocedures heeft zij BGE (vestiging Amsterdam) opgericht om haar beleggingsbeheer- en adviesdiensten op de markt te brengen en Baillie Gifford Worldwide Funds plc in Nederland te distribueren. BGE is een volledige dochteronderneming van Baillie Gifford Overseas Limited, die volledig in handen is van Baillie Gifford & Co. Baillie Gifford Overseas Limited, en Baillie Gifford & Co zijn geautoriseerd en gereguleerd in het VK door de Financial Conduct Authority.